De zilverstandaard: een historisch monetair systeem
De zilverstandaard is een monetair systeem waarbij de valuta van een land gedekt wordt door zilver. Het zorgt voor valutastabiliteit door de mogelijkheid van de overheid om geld bij te drukken te beperken als er onvoldoende zilverreserves zijn. Dit systeem was vroeger wijdverbreid, maar is tegenwoordig vervangen door fiatvaluta.
Basisprincipes
De zilverstandaard is een monetair systeem dat overeenkomsten vertoont met de bekende gouden standaard. In dit systeem ontleent de valuta van een land zijn waarde aan zilverreserves, net zoals de gouden standaard op goud steunt als dekking.
Implementatie van de zilverstandaard
Om een zilverstandaard in te voeren, staat een land toe dat zijn nationale valuta tegen een vaste koers in zilver kan worden ingewisseld. Sommige landen voerden ook bimetallieke standaarden in, waardoor valuta in zowel zilver als goud kon worden omgezet.
Doel en voordelen
Het voornaamste doel van de zilverstandaard is het behouden van de koopkracht van de nationale valuta. Voorstanders beweren dat dit systeem bescherming biedt tegen door de overheid veroorzaakte inflatie door de gelduitgifte aan fysiek zilver te koppelen.
De beperkte beschikbaarheid van zilver, dat gewonnen en geslagen moet worden, legt grenzen op aan regeringen. Zij moeten ervoor zorgen dat de in omloop zijnde valuta gedekt is door een adequate hoeveelheid zilver, waardoor roekeloos geld bijdrukken wordt voorkomen.
Een korte geschiedenis
Het gebruik van de zilverstandaard heeft diepe historische wortels, maar nam in de 20e eeuw sterk af. Opmerkelijk is dat de Verenigde Staten in hun vroege jaren een bimetallieke standaard hanteerden, waarbij zilveren munten de voorkeur hadden boven gouden munten.
De overgang in de Verenigde Staten
In 1834 wijzigde het Amerikaanse Congres de zilver-tot-goud verhouding van 15:1 naar 16:1, wat leidde tot meer zilverexport en de achteruitgang van zilveren munten. Daardoor kreeg goud meer betekenis als voornaamste munteenheid.
Een belangrijk moment was in 1862 toen de Amerikaanse overheid fiatgeld invoerde, losgekoppeld van zilver, goud of enig ander metaal. Dit was een ingrijpende breuk met de traditie en riep veel verzet op. Om de zorgen te temperen beperkte het Congres in 1879 de hoeveelheid fiatgeld in omloop tot $347 miljoen.
Uiteindelijk omarmden de Verenigde Staten volledig fiatgeld. In 1971 brak president Nixon de convertibiliteit van de Amerikaanse dollar naar edele metalen af als reactie op de instabiliteit van het Bretton Woods-systeem. Deze verandering weerklonk wereldwijd en vandaag de dag werkt geen enkel land meer met een zilver- of gouden standaard.
Historische adoptie en overgang naar fiatvaluta
De oorsprong van de zilverstandaard gaat terug tot het oude Griekenland, waar zilver het eerste metaal voor valuta was. Na de val van het Romeinse Rijk werd de zilverstandaard op grote schaal overgenomen in regio's zoals China, India, Bohemen, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Echter, na verloop van tijd schakelden alle landen over op fiatvalutasystemen. In 1971 verlieten de Verenigde Staten onder president Nixon de gouden standaard, terwijl de zilverstandaard officieel eindigde in 1935 toen China en Hongkong er ook afstand van deden.
Conclusie
De zilverstandaard, een historisch monetair systeem, koppelde de waarde van een valuta aan zilverreserves met als doel stabiliteit te bewaren en overmatige geldcreatie te voorkomen. Hoewel het systeem in het verleden zijn hoogtijdagen kende, maakte het uiteindelijk plaats voor fiatvaluta, waarbij de Verenigde Staten een cruciale rol in deze transitie speelden. Tegenwoordig werkt geen enkel land meer met een zilver- of gouden standaard, wat een belangrijke verandering in het mondiale monetaire landschap aangeeft.