Factoren die benzineprijzen beïnvloeden
Benzineprijzen worden voornamelijk bepaald door de prijzen van ruwe olie, raffinagekosten, distributie- en marketingkosten, belastingen en de consumentenvraag. Deze factoren zijn onderhevig aan marktkrachten en regionale variaties, waardoor het een complex vraagstuk is dat door diverse economische en geopolitieke factoren wordt beïnvloed.
Basisprincipes
Benzineprijzen zijn een voortdurende zorg voor consumenten en leiden vaak tot debatten over de rol van de olie-industrie en politici bij het beïnvloeden van deze prijzen. Het is echter essentieel te begrijpen dat benzineprijzen niet door één entiteit worden gecontroleerd, maar het resultaat zijn van uiteenlopende marktkrachten. In deze uitgebreide verkenning gaan we in op de belangrijkste factoren die de prijs van benzine beïnvloeden.
Ruwe olie en benzineprijzen
Ruwe olie is de fundamentele grondstof voor de productie van benzine, waardoor de prijzen van ruwe olie een cruciale factor zijn bij het bepalen van benzineprijzen. Gemiddeld maakte ruwe olie 56% van de benzineprijs uit in het decennium tot 2020. Dit percentage fluctueert echter sterk. Zo maakte ruwe olie in 2020, tijdens de COVID-19-pandemie, slechts 43% van de benzinekosten uit. Daarentegen leidde de Russische invasie van Oekraïne in 2022 tot een sterke stijging van zowel olie- als benzineprijzen.
Ruwe olie is een wereldwijd verhandeld product en na verloop van tijd is de prijskracht veranderd door alternatieve aanvoerketens en toenemende vraag vanuit opkomende economieën. Niet alle soorten ruwe olie zijn even geschikt voor benzineproductie. Lichtere, zoetere olie heeft de voorkeur omdat deze meer benzine per vat oplevert en minder zwavel bevat. Lokale voorkeuren hangen af van de verwerkingscapaciteit van een raffinaderij.
Raffinagekosten en benzineprijzen
Ongeacht het type ruwe olie kan deze niet direct als benzine worden gebruikt. Raffinaderijen verwerken ruwe olie tot benzine en voegen de benodigde additieven toe. Gemiddeld maakten raffinagekosten en winsten 14% van de winkelprijs van benzine uit in het decennium tot 2020. Deze kosten variëren door seizoens- en regionale mengvereisten die gericht zijn op het verminderen van vervuiling en door de toevoeging van additieven zoals ethanol.
De groothandelsprijs van benzine weerspiegelt vraag- en aanbodfactoren die losstaan van ruwe olie. Zo stijgen de benzineprijzen in de VS doorgaans in de zomer door toegenomen vraag. De raffinagecapaciteit in de VS bleef echter achter bij de vraaggroei, en toegenomen benzine-exporten beperkten de binnenlandse voorraad verder.
Distributie- en marketingkosten bij benzineprijzen
Na raffinage moet benzine naar opslagplaatsen worden vervoerd en gedistribueerd naar lokale tankstations, die personeel en onderhoud vereisen. Distributie- en marketingkosten maakten 14% van de Amerikaanse winkelprijs van benzine uit in het decennium tot 2020. Deze partijen, net als leveranciers, zijn eerder beschuldigd van het manipuleren van benzineprijzen.
In september 2021 uitte de Federal Trade Commission (FTC) zorgen over fusies die mogelijk tot prijsafstemming en collusieve praktijken in de detailhandelsbrandstofsector kunnen leiden. In november 2021 verzocht de Amerikaanse president Joe Biden de FTC om potentieel illegaal en mededingingsbeperkend gedrag in de olie- en gasindustrie te onderzoeken dat kan bijdragen aan hogere prijzen voor consumenten.
Belastingen en benzineprijzen
Belastingen spelen een belangrijke rol bij benzineprijzen. In het decennium tot 2020 bedroegen staat- en lokale belastingen 16% van de winkelprijs van benzine. De federale benzinebelasting bedroeg 18,4 cent per gallon voor benzine en 24,40 cent per gallon voor diesel op 1 juli 2021. Staatstaksen varieerden sterk, waarbij Californië op 1 jan. 2022 de hoogste staatstankbelasting had met 58,8 cent per gallon, terwijl Alaska de laagste had met 8,95 cent per gallon.
Het federale tarief voor de benzinebelasting is sinds 1993 onveranderd gebleven, maar verschillende staten hebben hun brandstofbelastingen verhoogd om onderhoudsuitgaven voor wegen in lijn met inflatie te houden. Zo verhoogde Virginia zijn belasting met 5 cent per gallon in juli 2021, en New Jersey verhoogde de benzinebelasting met 9,3 cent per gallon in oktober 2020. Benzinebelastingen kunnen in andere landen aanzienlijk hoger zijn, gemiddeld ongeveer $4 per gallon in West-Europa.
Invloed van consumentenvraag op benzineprijzen
De consumentenvraag speelt ook een belangrijke rol bij benzineprijzen. Het herstel van de vraag sinds de vroege fasen van de COVID-19-pandemie droeg bij aan de stijging van de winkelprijzen van benzine vanaf het 2020-gemiddelde van $2,17 per gallon. Hoewel het benzineverbruik in 2020 door pandemiegerelateerde beperkingen sterk daalde, herstelde het zich grotendeels in 2021. Benzineprijzen kunnen sterk variëren terwijl ze proberen vraag en aanbod in balans te brengen, aangezien consumenten in de VS geneigd zijn hun rijgedrag traag aan te passen als reactie op veranderingen in benzineprijzen.
Conclusie
Benzineprijzen worden beïnvloed door een complex samenspel van factoren, waaronder ruwe olieprijzen, raffinagekosten, distributie- en marketingkosten, belastingen en consumentenvraag. Deze factoren zijn onderhevig aan marktkrachten en regionale variaties, waardoor benzineprijzen een veelzijdig vraagstuk vormen dat door diverse economische en geopolitieke factoren wordt bepaald. Het is verstandig om met scepsis naar het wijzen van de vinger naar specifieke politici of de industrie te kijken, aangezien benzineprijzen grotendeels worden bepaald door mondiale marktdynamiek, met uitzondering van brandstofbelastingen, die in de VS doorgaans lager zijn dan in andere delen van de wereld.