Geschiedenis van cryptografie
Basisprincipes
De geavanceerde methoden die tegenwoordig voor digitale encryptie worden gebruikt, hebben wortels die teruggaan tot de oudheid. Door de geschiedenis heen vertrouwden mensen op cryptografie om gevoelige informatie veilig over te brengen. Cryptografie, de praktijk van het coderen van berichten en het creëren van codes voor veilige communicatie, is een essentieel onderdeel van moderne cryptocurrencies en blockchains. Over het geheel genomen zijn de cryptografische technieken die vandaag de dag in gebruik zijn het resultaat van een lange en fascinerende ontwikkelingsgeschiedenis.
Oude oorsprong van cryptografie
Cryptografie wordt al sinds de oudheid gebruikt. Primitieve technieken zijn terug te voeren op vroege beschavingen. Symboolvervanging, de meest basale vorm van cryptografie, komt voor in de geschriften van het oude Egypte en Mesopotamië. De eerste gedocumenteerde vondst van deze techniek werd aangetroffen in het graf van Khnumhotep II, een Egyptische edelman die ongeveer 3.900 jaar geleden leefde. Deze vroege toepassing van cryptografie had echter niet zozeer een veiligheidsdoel, maar diende om de tekst esthetisch te verfraaien.
Het vroegste bekende voorbeeld van cryptografie die werd gebruikt om gevoelige informatie te beschermen dateert van ongeveer 3.500 jaar geleden in Mesopotamië. Een schrijver gebruikte cryptografie om een recept voor aardewerkglazuur op kleitabletten te verbergen. Naarmate de tijd vorderde, werd cryptografie veelvuldig ingezet om militaire geheimen te beschermen. In Sparta, bijvoorbeeld, werden berichten versleuteld door ze op perkament te schrijven dat om een cilinder van een specifieke grootte werd gewikkeld, waardoor het onmogelijk was het bericht te ontcijferen tenzij het door de beoogde ontvanger om eenzelfde cilinder werd gewikkeld. Spionnen gebruikten gecodeerde boodschappen in het oude India al in de 2e eeuw v.Chr.
De Romeinen ontwikkelden wellicht de meest geavanceerde cryptografie in de oude wereld. Het Caesar-cijfer was een bekend voorbeeld van Romeinse cryptografie. Deze techniek verschuift de letters van een versleuteld bericht met een bepaald aantal posities in het Latijnse alfabet. Alleen met kennis van het cijfer en het aantal gebruikte verschuivingen kon een ontvanger het bericht ontcijferen.
Vooruitgang in de middeleeuwen en de renaissance
De middeleeuwen brachten belangrijke ontwikkelingen in de cryptografie, waarbij substitutiecijfers de norm bleven. Cryptanalyse begon terrein te winnen, en de Arabische wiskundige Al-Kindi ontwikkelde frequentieanalyse, wat substitutiecijfers kwetsbaar maakte voor ontcijfering.
Leone Alberti ontwikkelde in 1465 het polyalfabetische cijfer om frequentieanalyse tegen te gaan. Het bericht werd gecodeerd met behulp van twee verschillende alfabetten, wat het veiliger maakte. Deze methode verhoogde de beveiliging van gecodeerde informatie en was bestand tegen frequentieanalyse tenzij het originele alfabet bekend was.
De renaissance bracht vele nieuwe methoden voor het coderen van informatie. Een andere uitvinding, binaire codering, werd ontwikkeld door Sir Francis Bacon. Deze techniek kreeg in 1623 populariteit.
Vooruitgang van cryptografie in latere eeuwen
In de afgelopen eeuwen heeft de cryptografie grote vooruitgang geboekt. In de jaren 1790 bedacht Thomas Jefferson een innovatieve uitvinding genaamd het cipherwheel. Het wiel bestond uit 36 ringen met letters die konden draaien om complexe coderingen te realiseren, en het concept was geavanceerd genoeg om als basis te dienen voor de Amerikaanse militaire cryptografie tot aan de Tweede Wereldoorlog.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Enigma-machine het perfecte voorbeeld van analoge cryptografie. Het apparaat werd gebruikt door de As-mogendheden en gebruikte roterende wielen om berichten te coderen, wat het bijna onmogelijk maakte om te lezen zonder een andere Enigma. Vroege computertechnologie werd uiteindelijk ingezet om het Enigma-cijfer te kraken, wat nog steeds wordt gezien als een cruciale factor in de uiteindelijke overwinning van de geallieerden.
Evolutie van cryptografie in het digitale tijdperk
De komst van computers markeerde een belangrijk keerpunt in de ontwikkeling van cryptografie. Moderne cryptografie maakt nu gebruik van 128-bits wiskundige versleuteling die veel sterker is dan oude en middeleeuwse cijferingsmethoden. In de jaren 1990 begonnen computerwetenschappers met de ontwikkeling van kwantumcryptografie, die tot doel had het beschermingsniveau van encryptie te verbeteren.
Cryptografische technieken hebben ook de mogelijkheid van cryptocurrencies mogelijk gemaakt. Hashfuncties, public-key cryptografie en digitale handtekeningen worden gebruikt om gegevens op blockchains te beveiligen en transacties te authenticeren. Bitcoin en andere cryptocurrencies gebruiken een gespecialiseerde vorm van cryptografie, bekend als het Elliptic Curve Digital Signature Algorithm (ECDSA), om extra beveiliging te bieden en te garanderen dat fondsen alleen door hun rechtmatige eigenaren toegankelijk zijn.
Conclusie
In de afgelopen 4.000 jaar heeft cryptografie opmerkelijke vooruitgang geboekt, en die trend lijkt niet te vertragen. Zolang gevoelige gegevens bescherming nodig hebben, zal cryptografie blijven evolueren. Hoewel de cryptografische systemen die in cryptocurrency-blockchains worden gebruikt tot de meest geavanceerde vormen van deze wetenschap behoren, maken ze ook deel uit van een traditie die teruggaat tot de oudheid.