Wat is closet indexing?
Closet indexing is een strategie bij het aankopen van fondsen die beweert actief in verschillende activa te beleggen, maar die in werkelijkheid uitmondt in een portefeuille die sterk lijkt op de benchmark. Deze praktijk wordt doorgaans negatief beoordeeld omdat beleggers hogere kosten betalen aan fondsbeheerders die simpelweg een indexfonds nabootsen, waardoor een vertekend beeld van hun beheercompetenties ontstaat. Om te bepalen of een portefeuille een closet indexer is, kunnen maatstaven zoals R-kwadraat en active share gebruikt worden om de statistische afwijking van de benchmark te meten.
Basisprincipes
Closet indexing, een strategie die door bepaalde fondsen wordt gehanteerd, verwijst naar het actief nastreven van beleggingen terwijl de uiteindelijke portefeuille sterk de benchmark weerspiegelt. Deze aanpak stelt portefeuillebeheerders in staat rendementen te behalen die lijken op die van een onderliggende benchmark, zoals de S&P 500, zonder deze precies te repliceren. De adoptie van closet indexing is toegenomen door langdurige periodes van tegenvallende prestaties en de voortdurende verschuiving van actief naar passief beheer.
De aanhoudende verschuiving van actief naar passief beheer heeft geleid tot aanzienlijke kapitaalstromen, waarbij gedurende meerdere jaren consistent honderden miljoenen van actieve naar passieve fondsen zijn verschoven. Deze trend legt veel druk op fondsmanagers, voortkomend uit de vrees dat de passieve industrie rolletjes voor stockpickers kan elimineren.
Hoe werkt closet indexing?
Closet indexing houdt in dat er wordt afgestemd op een index qua weging, sector of geografische spreiding. Beheerders die streven naar rendementen vergelijkbaar met de benchmark hebben een prikkel om de prestaties daarvan nauwkeurig te benaderen. Zelfs als het fonds na kosten enigszins achterblijft bij de benchmark, kan de beheerder toch lof krijgen voor vermeende stockpickingvaardigheden.
Beleggers zien closet indexing vaak ongunstig, omdat zij in dat geval kunnen kiezen voor een indexfonds met lagere kosten. Het identificeren van closet indexing is niet altijd direct zichtbaar, maar een grondige bestudering van het prospectus kan de daadwerkelijke holdings van een fonds onthullen. Diverse maatstaven, zoals R-kwadraat en tracking error, geven inzicht in de statistische afwijking van de benchmark. R-kwadraat, een statistische maat die het percentage aangeeft waarin een fonds overeenkomt met of afwijkt van een benchmark, en tracking error, die de variantie tussen de rendementen van een fonds en de benchmark (actief risico) aangeeft, dienen als belangrijke indicatoren. Een andere maatstaf, active share, bepaalt het percentage holdings dat afwijkt van de benchmark; een portefeuille met een active share tussen 20% en 60% wordt vaak als closet indexer beschouwd.
Nadelen van closet indexing
Een voornaam bezwaar van beleggers tegen closet indexing is dat actieve managers doorgaans hoge vergoedingen blijven rekenen, ondanks dat zij een passieve strategie voeren. Dit verschil legt een onnodige last op beleggers die hogere kosten dragen voor vergelijkbare of slechtere prestaties. Een fonds kiezen met een aanzienlijke active share garandeert geen betere rendementen. Uiteindelijk scoren actief beheerde fondsen die de benchmark overtreffen meestal met lagere kosten vergeleken met hun conventioneel beheerde tegenhangers.
Conclusie
Closet indexing is een strategie waarbij sommige fondsen actief beleggen maar een portefeuille samenstellen die sterk de benchmark nabootst. Deze aanpak wordt door beleggers negatief beoordeeld, omdat zij leidt tot hogere kosten voor prestaties vergelijkbaar met die van een indexfonds en een misleidend beeld van beheersvaardigheden geeft. Maatstaven zoals R-kwadraat en active share zijn cruciaal om closet indexing te identificeren en de statistische afwijking van de benchmark te beoordelen. De voortdurende verschuiving van actief naar passief beheer legt druk op fondsmanagers en onderstreept het belang om de werkelijke aard en prestatie-indicatoren van een fonds te begrijpen, temeer daar de kwestie van hoge vergoedingen bij closet indexing aanhoudt.