Wat is de Arabische Liga?
De Arabische Liga is een organisatie die bestaat uit meerdere landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, die allemaal Arabisch spreken. De Liga werd opgericht in 1945 en heeft haar hoofdkwartier in Caïro. Het belangrijkste doel is economische groei en handel te bevorderen en tegelijkertijd politieke stabiliteit en soevereiniteit in de regio te ondersteunen. Er zijn momenteel 22 lidstaten en vier waarnemerslanden in de Liga, en alle leden moeten zich houden aan het handvest, dat uit 20 artikelen en drie annexen bestaat.
Basis
Opgericht in 1945 in Caïro, verenigt de Arabische Liga Afrikaanse en Aziatische landen waar Arabisch wordt gesproken, gericht op het bevorderen van de onafhankelijkheid, soevereiniteit, belangen en aangelegenheden van de lidstaten. Oorspronkelijk met zeven oprichters, telt zij nu 22 lidstaten en vier waarnemers. Geregeerd door een handvest, opereert de Liga onder toezicht van een raad en streeft zij doelbewust naar haar doelstellingen.
De Arabische Liga verkennen: een regionale unie
De Arabische Liga, officieel de Liga van Arabische Staten genoemd, bestaat uit 22 diverse landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Ze ontstond in 1945 met het hoofdkwartier in Caïro en richt zich op het bevorderen van economische en politieke ontwikkeling en het oplossen van conflicten tussen haar leden.
Lidstaten:
- Algerije (1962)
- Bahrein (1971)
- Comoren (1993)
- Djibouti (1977)
- Egypte
- Irak
- Jordanië
- Koeweit (1961)
- Libanon
- Libië (1953)
- Mauritanië (1973)
- Marokko (1958)
- Oman (1971)
- Palestina (1976)
- Qatar (1971)
- Saoedi-Arabië
- Somalië (1974)
- Soedan (1956)
- Syrië
- Tunesië (1958)
- Verenigde Arabische Emiraten (1971)
- Jemen
Daarnaast hebben vier landen waarnemersstatus binnen de Liga: Brazilië, Eritrea, India en Venezuela. De Arabische Liga-lidstaten vertonen aanzienlijke verschillen in bevolking, rijkdom, bbp en geletterdheidsniveaus. Voornamelijk moslim- en Arabischtalig, worden Egypte en Saoedi-Arabië als invloedrijke spelers binnen de Liga beschouwd. De organisatie faciliteert samenwerking en het beperken van conflicten tussen haar landen via overeenkomsten over gezamenlijke defensie, economische samenwerking en vrijhandel, naast andere bestuurs- en culturele terreinen.
De Arabische Liga: een historisch overzicht
Oorsprong en vroege hoofdkwartieren
In 1945 ontstond de Arabische Liga na de ondertekening van het Alexandrië-protocol in Caïro door haar zeven oprichters. De primaire focus lag op het bevrijden van Arabische landen die nog onder koloniale heerschappij stonden.
Verplaatsing en wijzigingen in het lidmaatschap
Aanvankelijk met het hoofdkwartier in Caïro in 1945, verplaatste de Liga later haar zetel naar Tunis, Tunesië, in 1979. Het lidmaatschap van Egypte werd tijdelijk ingetrokken toen het een vredesverdrag met Israël tekende, maar werd in 1987 hersteld. Vervolgens verhuisde de Liga haar hoofdkwartier in 1989 terug naar Caïro.
Reactie op de Arabische Lente en Libië
Tijdens de Arabische Lente in 2011 schorste de Arabische Liga unaniem het lidmaatschap van een bepaald land en steunde zij VN-acties tegen het regime van Muammar Gaddafi in Libië. Later dat jaar werd het lidmaatschap van Libië onder nieuw leiderschap weer hersteld.
Syrië's lidmaatschap en oproepen aan Turkije
De Liga veroordeelde in 2011 het geweld van de Syrische regering tegen burgerlijke betogers en nam een resolutie aan om het lidmaatschap te beëindigen. In 2018 en 2019 drong de organisatie er bij Turkije op aan zich terug te trekken uit Syrië.
In april 2021 riep de Liga Somalië op om uitgestelde presidents- en parlementsverkiezingen te houden.
Standpunten over Israël
Het oorspronkelijke doel van de Arabische Liga was het voorkomen van de oprichting van de staat Israël, en zij erkende Palestina als een aparte natie. De houding van de organisatie ten opzichte van Israël is in de loop der tijd geëvolueerd, met veroordelingen van Israëlische acties in 2019 en verzet tegen het Midden-Oosten vredesplan van president Trump in februari 2020. Daarentegen steunden sommige leden het plan, en in september 2020 veroordeelde de Liga de normalisering van de betrekkingen tussen de Verenigde Arabische Emiraten en Israël niet.
Een van de aanhoudende en unanieme acties van de Arabische Liga was de economische boycot van Israël, die liep van 1948 tot 1993.
Het Handvest van de Arabische Liga: het versterken van Arabische eenheid
Op 22 maart 1945 werd het Pact van de Liga van Arabische Staten, bekend als het Handvest van de Arabische Liga, vastgesteld. Dit historische handvest werd ondertekend door de leiders van de zeven oprichtende staten: Egypte, Irak, Jordanië, Libanon, Saoedi-Arabië, Syrië en Jemen. Het was bedoeld om hun banden te versterken en hun soevereiniteit te waarborgen.
Het handvest, bestaande uit 20 artikelen, omschrijft de doelstellingen van de organisatie, de bestuursstructuur, het hoofdkwartier en de oprichting van de Raad van de Arabische Liga. Daarnaast specificeert het procedures voor het oplossen van geschillen tussen lidstaten.
Het handvest bevat ook annexen die ingaan op cruciale kwesties zoals Palestina, samenwerking met niet-lid Arabische landen en de benoeming van de Secretaris-generaal van de Liga.
De Raad van de Arabische Liga: hoogste gezag
Het hoogste orgaan van de Arabische Liga, de Raad van de Liga, bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, meestal ministers van buitenlandse zaken, hun gezanten of permanente afgevaardigden. Elke lidstaat heeft één stem. Reguliere zittingen van de Raad worden twee keer per jaar gehouden, in maart en september, met de mogelijkheid van bijzondere zittingen op verzoek van twee of meer lidstaten.
De dagelijkse werkzaamheden van de liga worden beheerd door het Algemeen Secretariaat, geleid door de Secretaris-generaal. Deze administratieve entiteit fungeert als uitvoerend orgaan van de Raad en van de gespecialiseerde ministeriële raden binnen de liga.
Interne verdeeldheid binnen de Arabische Liga
De invloed en effectiviteit van de Arabische Liga zijn vaak belemmerd door interne verdeeldheid tussen lidstaten. Deze verdeeldheid manifesteerde zich op verschillende manieren, zoals alignering tijdens de Koude Oorlog, rivaliteit om het leiderschap binnen de Liga en conflicten tussen monarchieën zoals Saoedi-Arabië, Jordanië en Marokko. Daarnaast hebben staten die politieke transities doormaakten, zoals Egypte onder Gamal Abdel Nasser en Libië onder Muammar Gaddafi, bijgedragen aan verstoringen binnen de Liga. De Amerikaanse invasie van Irak onder Saddam Hussein verergerde ook de verdeeldheid onder Arabische Liga-leden.
Opmerkelijk is dat resoluties van de Raad geen unanieme goedkeuring vereisen; ze zijn alleen bindend voor de landen die voor stemden, en landen worden niet gedwongen ze tegen hun wil na te leven. Hierdoor is de effectiviteit van deze resoluties enigszins beperkt en blijven ze vaak louter verklaringen in plaats van uitvoerbare beleidsmaatregelen.
Conclusie
Wereldwijd bestaan talloze intergouvernementele organisaties met uiteenlopende reikwijdtes. Deze organisaties kunnen globaal zijn, zoals de Verenigde Naties, of regionaal gericht, zoals de Arabische Liga. Met 22 lidstaten die het Midden-Oosten en Noord-Afrika bestrijken, streeft de Arabische Liga, net als haar tegenhangers, ernaar de diplomatieke banden tussen lidstaten te versterken en hun politieke en economische ontwikkeling te bevorderen.