Wat is de Emergency Economic Stabilization Act (EESA) van 2008?
Om de financiële crisis aan te pakken, nam het Congres in 2008 de Emergency Economic Stabilization Act (EESA) aan. De EESA gaf het Amerikaanse ministerie van Financiën de bevoegdheid om tot $700 miljard aan problematische activa te kopen, later teruggebracht tot $475 miljard. Voorstanders wilden een instorting van het financiële systeem voorkomen, terwijl tegenstanders het een reddingsoperatie voor Wall Street en banken noemden.
Basisprincipes
In 2008 nam het Congres de Emergency Economic Stabilization Act aan om de subprime-hypotheekcrisis te bestrijden. Deze wet gaf de minister van Financiën de bevoegdheid om tot $700 miljard aan probleemactiva te kopen om de liquiditeit op de financiële markten te herstellen. De oorspronkelijke indiener van de EESA was Henry Paulson.
Overzicht van EESA en TARP
In de late jaren 2000 leidde de ernstige financiële crisis ertoe dat het Huis van Afgevaardigden een eerste voorstel voor de EESA in september 2008 verwierp. Het wetsvoorstel werd echter herzien en in de volgende maand aangenomen om de economische gevolgen van de hypotheekcrisis aan te pakken.
De uitvoering van de EESA leidde tot de oprichting van het Troubled Assets Relief Program (TARP), dat tot doel had het financiële systeem te stabiliseren. Onder dit programma kreeg de minister van Financiën de bevoegdheid om probleemactiva van financiële instellingen te kopen, met een omvangrijk fonds van $700 miljard.
De voornaamste doelen van TARP waren het beschermen van woningwaarden, studiefondsen, pensioenrekeningen en levenssparen, het behoud van eigenwoningbezit, het stimuleren van arbeidskansen en economische groei, het maximaliseren van opbrengsten voor belastingbetalers en het waarborgen van transparante publieke verantwoording. Ondanks dat voorstanders het belang benadrukten, stelden critici dat het programma een reddingsoperatie voor Wall Street was.
De impact van de EESA
De EESA wordt algemeen geprezen voor het herstellen van stabiliteit en liquiditeit in de financiële sector, het ontdooien van krediet- en kapitaalmarkten en het verlagen van leenkosten voor huishoudens en bedrijven. Dit herstelde vertrouwen in het financiële systeem en gaf de economische groei een impuls.
TARP-transacties
In 2017 schatte het Congressional Budget Office (CBO) dat TARP-transacties, grotendeels beïnvloed door de overname van verzekeringsreus AIG, de belastingbetaler iets meer dan $32 miljard kostten. Het CBO rapporteerde dat de federale overheid $313 miljard uitkeerde, waarvan het grootste deel tegen 2017 was terugbetaald. In totaal behaalde de overheid een nettowinst van $9 miljard uit deze transacties, inclusief ongeveer $24 miljard van hulp aan banken en kredietinstellingen, gedeeltelijk gecompenseerd door $15 miljard hulp aan AIG.
Terugbetaling van fondsen
Het merendeel van de middelen die onder de EESA zijn vrijgemaakt, is terugbetaald, wat resulteerde in een winst van meer dan $110 miljard op leningen en investeringen verricht door het ministerie van Financiën. Per februari 2021 meldde ProPublica, een niet-partijgebonden organisatie, dat $443 miljard was uitgekeerd onder TARP in de vorm van investeringen, leningen en uitkeringen, waarvan $390 miljard al aan het ministerie was terugbetaald. Bovendien verdiende het ministerie $52,5 miljard op deze investeringen en leningen, wat tot nu toe leidde tot een totale winst van $110 miljard.
Conclusie
De Emergency Economic Stabilization Act van 2008 en het Troubled Assets Relief Program werden ingevoerd om de financiële crisis te bestrijden en een ineenstorting van het financiële systeem te voorkomen. Hoewel de maatregelen destijds controversieel waren, zijn de programma's grotendeels succesvol geweest in het herstellen van stabiliteit en liquiditeit op de markten en resulteerden ze uiteindelijk in een nettowinst voor de overheid.