Wat is de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO)?
De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) opereert als een agentschap van de Verenigde Naties (V.N.) met als missie sociale en economische rechtvaardigheid te bevorderen door het vaststellen van internationale arbeidsnormen. Met 187 lidstaten heeft de ILO haar hoofdzetel in Genève, Zwitserland, en coördineert zij ongeveer 40 veldkantoren wereldwijd. Haar uitgebreide normen zijn gericht op het bevorderen van toegankelijke, productieve en duurzame arbeid, en garanderen vrijheid, gelijkheid, veiligheid en waardigheid voor iedereen.
Basis
Als een agentschap van de Verenigde Naties streeft de Internationale Arbeidsorganisatie ernaar sociale en economische rechtvaardigheid te bevorderen via haar internationale arbeidsnormen. Deze conventies en protocollen spelen een cruciale rol bij het vormgeven van het internationale arbeidsrecht.
De ILO: het versterken van wereldwijde arbeidsnormen en gelijkheid
De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) werd in 1919 opgericht binnen de Volkenbond en werd later, in 1946, als gespecialiseerd agentschap opgenomen in de V.N. Als het oudste gespecialiseerde agentschap van de V.N. heeft zij als missie regeringen, werkgevers en werknemers te verenigen om vrijheid, gelijkheid, veiligheid en menselijke waardigheid op de werkplek te waarborgen.
Met veldkantoren in Afrika, Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, de Arabische staten, Azië en de Pacific, en Europa en Centraal-Azië, bevordert de ILO actief internationale arbeidsnormen. Ze biedt trainingen over eerlijke arbeidspraktijken, technische samenwerking voor projecten in partnerlanden, analyse van arbeidsstatistieken en publiceert bijbehorend onderzoek. Regelmatige evenementen en conferenties behandelen belangrijke sociale en arbeidsvraagstukken. Opvallend is dat de ILO in 1969 werd onderscheiden met de Nobelprijs voor de Vrede vanwege haar inzet voor vrede tussen naties, het bevorderen van rechtvaardigheid en fatsoenlijk werk voor arbeiders, en het ondersteunen van ontwikkelingslanden door technische bijstand.
De 190 conventies en zes protocollen van de ILO beschrijven essentiële arbeidsnormen, waaronder het recht op collectieve onderhandelingen, de uitbanning van dwangarbeid, de bestrijding van kinderarbeid en het beëindigen van discriminatie op de werkvloer.
Met een drieledige structuur waarin regeringen, werkgevers en werknemers vertegenwoordigd zijn, bestaan de belangrijkste organen van de ILO uit de Internationale Arbeidsconferentie, het Bestuursorgaan en het Internationaal Arbeidsbureau. De Conferentie bepaalt jaarlijks internationale arbeidsnormen, het Bestuursorgaan fungeert als uitvoerend bestuur dat beleid en begrotingen vaststelt, en het Internationaal Arbeidsbureau beheert en voert de activiteiten van de organisatie uit.
De uitgebreide lijst van internationale arbeidsnormen van de ILO
De Internationale Arbeidsorganisatie heeft een reeks juridische instrumenten opgesteld, gezamenlijk ontwikkeld door regeringen, werkgevers en werknemers, om fundamentele principes en arbeidsrechten te waarborgen. Deze instrumenten bestaan uit conventies/protocollen, die wettelijk bindende internationale verdragen zijn die door lidstaten worden geratificeerd, en aanbevelingen die dienen als niet-bindende richtlijnen.
De acht fundamentele conventies omvatten:
- Conventie inzake vrijheid van vereniging en bescherming van het recht om zich te organiseren, 1948 (nr. 87).
- Conventie inzake het recht om zich te organiseren en collectieve onderhandelingen, 1949 (nr. 98).
- Conventie inzake dwangarbeid, 1930 (nr. 29) (en het Protocol van 2014).
- Conventie inzake de afschaffing van dwangarbeid, 1957 (nr. 105).
- Conventie inzake de minimumleeftijd, 1973 (nr. 138).
- Conventie inzake de ergste vormen van kinderarbeid, 1999 (nr. 182).
- Conventie inzake gelijke beloning, 1951 (nr. 100).
- Conventie inzake discriminatie (arbeid en beroep), 1958 (nr. 111).
Daarnaast zijn er vier governanceconventies die van vitaal belang zijn voor het effectieve functioneren van het systeem van internationale arbeidsnormen:
- Conventie inzake arbeidsinspectie, 1947 (nr. 81).
- Conventie inzake werkgelegenheidsbeleid, 1964 (nr. 122).
- Conventie inzake arbeidsinspectie (landbouw), 1969 (nr. 129).
- Conventie inzake tripartiete consultatie (internationale arbeidsnormen), 1976 (nr. 144).
Het bevorderen van wereldwijd welzijn: ILO's toonaangevende ontwikkelingsprogramma's
BetterWork
BetterWork werkt samen met de International Finance Corporation van de Wereldbankgroep om de arbeidsomstandigheden in kleding- en schoenenfabrieken wereldwijd te verbeteren. Het programma legt de nadruk op duurzame verbeteringen en streeft ernaar voordelen te bieden voor arbeiders, managers, landen en consumenten.
Globaal vlaggenschipprogramma voor het opbouwen van speciale beschermingsvloeren (SPF) voor iedereen
Met als doel sociale bescherming uit te breiden naar vijf miljard mensen zonder adequate dekking, werkt dit programma samen met 21 landen om alomvattende sociale beschermingssystemen en -maatregelen voor iedereen, inclusief minimumvloeren, op te bouwen.
Internationaal programma voor de uitbanning van kinderarbeid en dwangarbeid (IPEC+)
IPEC+ heeft als doel kinderarbeid en dwangarbeid tegen 2025 uit te bannen en mensenhandel tegen 2030. Het werkt samen met regeringen, werkgevers en werknemers om transformatieve veranderingen te realiseren, kennis uit te breiden en beleidsgericht advies te bieden.
Veiligheid + Gezondheid voor iedereen
Oorspronkelijk bekend als GAP-OSH, richt dit programma zich op het verbeteren van arbeidsveiligheid en gezondheid in kleine en middelgrote ondernemingen. Het richt zich op gevaarlijke sectoren, kwetsbare werknemers en wereldwijde toeleveringsketens en adresseert daarnaast COVID-19-gerelateerde veiligheidsbehoeften.
Banen voor vrede en veerkracht
Dit programma stimuleert werkgelegenheid in door conflicten en rampen getroffen landen, met speciale aandacht voor jongeren en vrouwelijke werkgelegenheid. Via sociaal dialoog en fundamentele principes beoogt het directe baanmogelijkheden te bieden, de inzetbaarheid te vergroten en zelfstandig ondernemerschap en coöperatieven te ondersteunen.
Conclusie
De Global Commission on the Future of Work, bijeengeroepen door de ILO in 2019, betrok ongeveer 110 landen in regionale en nationale dialogen om uitdagingen van werk in de 21e eeuw te adresseren. Het resulterende rapport deed belangrijke aanbevelingen, waaronder een universele arbeidsgarantie, levenslange sociale bescherming en toegang tot doorlopende scholing.
Daarnaast analyseerde de ILO de potentiële impact van een transitie naar een groene economie op de werkgelegenheid. Ze schatte dat, bij adequate beleidsmaatregelen, de verschuiving tegen 2030 wereldwijd 24 miljoen nieuwe banen zou kunnen opleveren.